volkswagen
Het begon allemaal bij de Oostenrijkse professor en auto-ingenieur: Ferdinand Porsche. Deze had al in 1922 plannen voor een goedkope auto voorgesteld, maar niemand had hier belangstelling voor, zelfs zijn toenmalige werkgever Austro-Daimler niet. Toen Porsche bij Mercedes-Benz over zijn goedkope droomauto begon, betekende dit het einde van hun samenwerking. Porsche probeerde het bij onder meer NSU en Zündapp, waar een aantal prototypes werden gerealiseerd. Hij begon voor zichzelf, en kreeg in 1934 van Adolf Hitler de opdracht een "Kraft durch Freude"-wagen te ontwerpen, een wagen voor het volk. Het programma van eisen voor deze auto was fors. De KdF-wagen moest een topsnelheid van 100 km/u kunnen halen; moest twee volwassenen en een kind kunnen vervoeren, of drie soldaten en een mitrailleur; moest een luchtgekoelde motor hebben, zodat hij 's winters buiten kon staan; mocht maximaal tussen de 6 en 7 liter benzine per 100 kilometer verbruiken; en mocht niet meer kosten dan 900 Reichsmark.
Het ontwerp voor zo'n auto had Porsche eigenlijk al klaar. In 1932 had hij een vierpersoons auto ontworpen die sterk door ontwerpen van Béla Barényi ontworpen en een prototype van Tatra-ontwerper Hans Ledwinka was geïnspireerd, met een luchtgekoelde viercilinder motor achterin. Er waren toen drie prototypen van gebouwd door Zündapp. Ook NSU was in het model geïnteresseerd, maar toen dit bedrijf werd overgenomen door Fiat, was dit het einde van de NSU-Volksauto. Het aanbod van Hitler kwam dus net op tijd. Op 12 oktober 1936 stelde Porsche drie rijdende prototypes voor, die al de karakteristieke vorm van de latere Volkswagen Kever hadden. Iedere wagen legde in zeventig dagen een afstand af van 50.000 km, zonder dat al te grote reparaties nodig waren.
Hitler zocht vervolgens persoonlijk een geschikte locatie voor de fabriek. Omdat de enige twee beschikbare autofabrieken - die van Opel en van Ford - niet volledig Duits waren, gaf Hitler zijn "Arbeitsfront" opdracht in het midden van Duitsland, bij Fallersleben, een fabriek te bouwen. Het Duitse volk zou door middel van een spaarsysteem het geld voor de productie bijeen brengen. Er zou ook een nieuwe stad verrijzen voor de arbeiders van de fabriek en hun gezinnen, Stadt des KdF-Wagens bei Fallersleben (kortweg KdF-stadt, later Wolfsburg) genaamd, met een residentie voor Hitler, en een boulevard waar na afloop van de oorlog de overwinningsparade zou worden gehouden.
